
Zoon A. (16) doet vakantiewerk in de keuken van een restaurant. Afwassen. Vriescellen schoonmaken. Honderd kippetjes vullen met citroen. Hij komt moe thuis. Uitgeput bijna. Maar heel gelukkig en voldaan!
Waarom lukt het het Amsterdams Lyceum niet om hem zo te laten glimmen van trots? Wat is dat toch met vakantiewerk?
Herinnering. Ik was zestien en ging mij inschrijven bij uitzendbureau Tempo-team. Ik was zelf nooit op dit idee gekomen, maar ik liet me meeslepen door M. mijn vriendin. Een type-snelheid-test moest ik doen, waar ik mij met twee vingers doorheen blufte. Ik had een jaar in het schoolbestuur gezeten als ab-actis, en had zelf een enorme hoge dunk van mijn typevaardigheid. Tempo-team zag er echter niets in.
Dus werden het twee weken in de kartonnagefabriek in Schiedam. Mijn opdracht? De zijkantjes van kartonnen sigarendoosjes razendsnel checken op oneffenheden. Of razendsnel? Nee, eerder produceerde de machine een constante, gestage stroom kartonnen strookjes, waar ik uitviste wat niet voldeed. Twee weken vol rafelige kartonrandjes, slecht gesneden stukjes en propperig papier. Grandioos.
Zoveel nuttiger dan Grieks en Latijn. Of kunstgeschiedenis. Of gymnastiek. Eindelijk het echte leven. Het klokken, de geur van karton, het constante lawaai, de onderlinge grappen die ik nauwelijks begreep, elkaar waarschuwen als de baas zich op de werkvloer vertoonde, de Turkse collega die probeerde te imponeren, ja, flirten bijna, de kantine met vieze stinksoep- ik weet het allemaal nog precies. Ik voelde me belangrijk. Soms ongemakkelijk. Maar in ieder geval hoorde ik ergens bij.
Vakantiewerk, een niet te onderschatten volwassenheidsrite. Echt hoor, daar kan geen leraar tegenop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten