zaterdag 24 november 2007

De Wereld Draait Door

Ik wil het hebben over Matthijs van Nieuwkerk. Ik stond college te geven voor honderd studenten op woensdagochtend 21 november. Terwijl ik praatte, een nieuwe slide aanklikte en mijn studenten aankeek, dacht ik opeens: Shit, ik heb vannacht van Mathijs van Nieuwkerk gedroomd. Terwijl ik nog wel besloten had om dat niet te doen. Omdat hij zo'n man is, op wie alle vrouwen vallen. Nou ik niet, dus. Had ik bedacht.

Het verbijstert me dat dat allemaal naast elkaar bestaat. De realiteit van honderd mensen voor mijn neus. De realiteit van een droom. Van een college. Van hier sta ik. Van Matthijs van Nieuwkerk. Hallo, in hoeveel duizelingwekkende dimensies kan een mens tegelijkertijd zijn? Wat kunnen wij in één moment omvatten? Hoeveel lagen kunnen we aanboren, zonder gek te worden? Want ik had nog niet genoemd, dat ik op datzelfde moment ook bedacht dat ik nog iets moest kopiëren. Dat ik vanavond mijn moeder moest bellen. Dat het koud was in de collegezaal. Dat er een student voor mijn neus zat die tergend langzaam een thermoskan uit zijn tas haalde en zichzelf een kopje (koffie? thee?) inschonk. Dat ik vroeger mijn zusje pestte door haar schoolschriften te verstoppen en niet te zeggen waar. Dat het buiten regende en ik mijn paraplu was vergeten. Dat ik straks niet moest vergeten mijn koffie af te rekenen.

Afijn, laat maar. Matthijs van Nieuwkerk leidde een camping. Waar ik mijn tentje had opgeslagen. Hij was erg aardig, zonder opdringerig te zijn. En wees me de weg. Hij hurkte iedere ochtend bij mijn luifel neer om te vragen of ik het naar mijn zin had. Ik draaide me nog eens om in mijn slaapzak. Ja, ik had het naar mijn zin. Nee, ik had niks nodig. Plotseling veranderde de camping in zijn atelier. Weer leidde hij me rond als een attente gentleman. En daar viel ik voor. Als een blok. In mijn droom.

Deze droom roept veel vragen op. Zoals, wat is de overeenkomst tussen een camping en een atelier?

Geen opmerkingen: