maandag 3 november 2008

Het jaar van de groep

Ik houd niet van groepen. In groepen moet je je aanpassen. Je kunt niet meer lekker je eigen gang gaan. Je autonomie wordt meestal niet gewaardeerd of verkeerd geïnterpreteerd als 'eigenwijs'. Of 'onhandelbaar'. Of 'overgevoelig'. Of 'dwars'. De groep vraagt uitleg waarom je soms alleen wilt zijn. Groepen kosten eindeloos overleg, zijn dwingend en niks voor mij.

Zo dacht ik er over. Tot 2008 aanbrak.

Dansen
Het begon eigenlijk al eind vorig jaar. Ik ging aan biodanza doen. Het was meteen raak, ondanks de weerstand die ik regelmatig voelde, maar ik bleef. Bij elkaar in een ruimte zitten is nog tot daar aan toe ... maar samen dansen! Met vreemden! In stilte! Dat vereist moed, hoor, iedere keer weer.

Wat heeft die man rare kleren aan; wat dans ik stom- ik schaam me dood; waarom kijkt dat mens steeds naar me, wat wil ze van me; ik vind dit geen lekkere muziek; wat een rare opdracht; ik heb zin om een potje te huilen;
dat is een leuke jongen, maar ja, die vindt mij natuurlijk te oud; tetterdekwetterdetetterdekwetter.

Weerstanden staan veel en vaak in de weg maar blijken na een tijdje ook weer op te lossen, meningen spoelen even aan en dobberen vervolgens doodleuk voorbij, emoties duiken eigenzinnig op en onder. Mijn wekelijkse biodanzagroep leert me de onzin van dit dagelijkse getetterdekwetter in mijn hoofd. Kwetter jij maar. Ik blijf stil. De wereld danst en ik ook.

Reizen
In de zomer heb ik in een groep gereisd. Mijn gezin (een weliswaar kleine groep, maar toch, een groep) voegde zich bij een groter reisgezelschap in Thailand. Deze grote groep gaf het hele gezin ruimte. Mijn twee zoons zaten niet vast aan dat soms benauwde gezelschap van vader en moeder. En ook wij, als ouders, kregen meer bewegingsvrijheid. Als wij ervoor kozen om nog een tempel te bezoeken, hoefden ze niet per se mee. Er waren altijd andere mensen om mee te chillen bij het zwembad.

Het mooie was bovendien dat ons gezin zich ging spiegelen aan de andere gezinnen. Het was als het ware een cadeau van het grote gezelschap dat ons gezin weer werd opgepoetst. We kregen glans, zo leek het. We zagen onszelf opnieuw en wat we zagen kon er best mee door. Dat gebeurde eigenlijk vanzelf. Er werd geen woord aan vuil gemaakt.

Schrijven
En gisteren startte mijn eigen schrijversgroep. Met twaalf collega-schrijvers zat ik in een ruimte. Te schrijven. Schrijven. Schrijven. Krassende pennen. Rammelende toetsenborden. We hadden zinnen en woorden in de hoge hoed gegooid en trokken daar af en toe wat uit. Met die opdracht in het achterhoofd doken we ieder weer ons eigen schrijfuniversum in. Soms tien, soms twintig, soms dertig minuten.

Wat een heerlijkheid om te horen hoe ook anderen klungelen met dat schrijven. Hoe zwaar het is. Hoe onbegonnen. Hoe lekker ook. Hoe nodig. Maar bovenal hing er schrijvers-energie in de lucht, die we samen creeërden en waar we tegelijkertijd van profiteerden. Schrijflucht inademen en uitademen.

Energie
In een groep kan energie ontstaan die altijd vele malen groter is dan ik zelf kan bewerkstelligen. En zo anders dan ik zelf kan bedenken. Een energie waarop ik vervolgens mag meedeinen. In een groep zijn geestverwanten waaraan ik me kan spiegelen. Dat spiegelbeeld is soms vleiend, maar net zo vaak confronterend. Een groep houdt me in beweging, zonder dat ik ook maar een greintje van mijn autonomie hoef op te geven. Sterker nog, het hele begrip 'autonomie' is niet meer aan de orde.

Al dansend, reizend en schrijvend heb ik dit jaar ontdekt dat ik misschien, ja misschien dan toch, dan toch in ieder geval een heel klein beetje, een groepsmens ben.

Volgens de Chinezen is 2008 het jaar van de Rat. Voor mij is 2008 beslist het jaar van de Groep.

Geen opmerkingen: