Gisterenavond met man en vriendin M zitten drinken en praten en eten in de tuin. En dit in willekeurige volgorde. M's vader had net een open-hartoperatie doorstaan en M moest het verhaal kwijt. Man en ik wilden het verhaal graag horen. Dus dat kwam goed uit.
Natuurlijk verliep het gesprek steeds luidruchtiger en associatiever, naarmate we meer aten en vooral dronken. Maar dat gaf niet. Want het gaat ons aan en het zit ons hoog: oude vaders en moeders in het algemeen, en die van onszelf in het bijzonder. Vergeetachtigheid van de een, versleten heup van de ander en nu dat hart van M's vader. Maar ook hadden we het over de rariteiten van onze ouders' generatie: zuinigheid, turf in tijden van oliecrisis, vuile was niet buiten hangen, broodroosters en waterkokers reparere. En natuurlijk altijd weer die oorlog, de tweede wereldoorlog, de koude oorlog. En daardoor die sluimerend angst voor weer een oorlog.
'Dat daar nou nog geen films of toneelstukken over zijn gemaakt, over de jaren zestig en zeventig', riep M op een gegeven moment quasi-verontwaardigd uit. 'Dat is wel gebeurd', riepen man en ik terug. 'De familie Avenier van Maria Goos. Vertelt precies dat verhaal.'
(En dat is waarschijnlijk waarom Gijs Scholten van Aschat gisterenochtend in mijn tussentijd verscheen. Wat een transformatie tot oerdomme, maar oervriendelijke Brabantse barman!)
Familie. Je hoort erbij, of je wilt of niet. En in tijden van open-hartoperaties wil je kennelijk niets liever.
En dus is M vanochtend weer richting ouderlijk huis vertrokken. En wachten wij tot ze terug is, om het volgende flesje wijn te drinken. Proost! Op familie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten