zaterdag 2 februari 2008

Schrijfatelier


Vandaag leidde ik het Open Schrijfatelier. Ik had een lange tafel klaargezet, met glaasjes water, een foldertje als menu, kleine bakjes snoep - alsof er eten opgediend zou worden. Dat was ook zo, in zekere zin.

Het lijkt erop dat ik een fragmentarische vorm van autobiografisch schrijven aan het ontwikkelen ben. Of die nieuw is, weet ik niet. Het is bij mij in ieder geval begonnen op dit weblog, een soort spinneweb van tekst en beeld. Ik ben het. Maar het is ook weer iets nieuws. Iets op zich. Toegankelijk. Altijd onaf.

Die zoektocht ben ik nu aan het omzetten in lesmateriaal. In het Open Schrijfatelier diende ik de eerste resultaten op. Tot mijn grote vreugde smulden de deelnemers ervan. Er was herkenning.

Onze levens lijken zich als een logisch verhaal te voltrekken. Maar is dat ook zo? Nou nee. We zijn gelaagde wezens, met een herinnerd verleden, een zintuiglijk heden en een verlangen naar vroeger en straks. Fragmentarisch. Persoonlijk. Associatief. Dat is hoe ik materiaal verzamel op dit weblog.

En dat is wat we vanmiddag deden aan die lange eettafel. Er werd geschreven met een onvoorstelbare gretigheid! Wie mis je en waarom? Hoe zit je er nu bij? Wat ga je straks doen en heb je daar zin in? Wat is je meest recente boodschappenlijstje? Wat was je lievelingskinderboek? Welke droom kan je je herinneren? Bij iedere vraag begon iedereen hongerig te pennen. Er woei een vlaag van inspiratie door het Schrijfatelier.

Ik ben niet aan het werk in het Schrijfatelier. Nee, ik ben mevr. Schrijfatelier. En op het moment dat ik daarmee anderen bereik, als ik als het ware een middag lang samenval met mijn werk ... tja, wat valt er dan nog meer te wensen?

Dan rest mij alleen nog een diepe zucht. Van inspiratie en geluk.

1 opmerking:

Unknown zei

Mevr. Schrijfatelier en haar twaalf discipelen.

Het is een gewone zaterdagmiddag, 2 februari 2008 om twee uur 's middags, om precies te zijn.
Twwalf onbekenden aan een lange tafel en Mevr. Schrijfatelier aan het hoofd.
Koffie, thee en tum-tums en de reis begint.Een boodschappenlijstje voor we vertrekken. Gewoon wat puntjes opschrijven, geen verhaal. En geef je lijstje maar een titel, "Bruine Rijst" bijvoorbeeld. Er wordt wat gelachen. Dan, serieuzer, "Beschrijf je lievelingskinderboek". En: "Beschrijf een droom die je hebt gehad", "Beschrijf het nu", "Wie mis je en waarom?". De opdrachten volgen elkaar in sneltreinvaart op, de schrijftijd begrend met behulp van een (niet altijd even luid) tringelende kookwekker.
Nog twee opdrachten volgen, en de concentratie van de twaalf discipelen hangt als een zware deken over de lange tafel. de stilte slechts onderbroken door lichte muziek op de achtergrond, het driftig glijden van pennen over papier en een enkele zucht.
Dan, de Grande Finale, de laatse opdracht...
En alsof ik na een lange reis weer op aarde land, bevind ik mij plots weer in de kamer met elf mede- discipelen en mijn meesteres.
Ik ben de enige niet.
Het is zaterdagmiddag, 2 februari 2008 vier uur, en om het hardst lezen we elkaar onze schrijfsels voor.
Ja, we zijn er weer...

Helena