Gisterenavond was het koopavond. Ik moest hoognodig met zoon M. naar de Bijenkorf. Om 'nette' kleren te kopen.
Morgen trouwt een nichtje van ons. En de bruiloft is helemaal volgens alle bruiloft-etiquette georganiseerd. Dus kan M. zich daar niet vertonen in een versleten baggy skate-broek, die half op de billen hangt en vol met gaten zit. Dat detoneert. Althans, het kan natuurlijk wel, maar ik wil het niet. Ik -als moeder van M.- word er ten slotte op aangekeken. En ik heb geen zin in kritische blikken. Zeker niet van familie. Die kunnen namelijk dodelijk zijn.
Dus op naar de Bijenkorf. Welke afdeling? De jongensafdeling? De herenafdeling? Waar ga je heen met een lange uitgegroeide sliert van veertien? Hij wil zelf naar een toffe afdeling op de vijfde verdieping. Daar beginnen we. Ik ben de beroerdste niet.
We bekijken en betasten mooie broeken, glimmende knopen, felle kleuren. Leuk, denk ik van binnen. Maar ik houd mijn mond, want wat ik leuk vind, vindt M. niet leuk. De verkoopster vraagt of ze ons kan helpen. Ik vraag naar de kleinste mannenmaat. De vrouw kijkt me even aan en zegt dan uit de hoogte, zoals alleen Bijenkorf-verkoopsters dat kunnen: ' Dit zijn meisjesbroeken.' M. krijgt een rooie kop en trekt mij mee naar de mannenkant. Ik zie het verschil niet.
Wat zoeken we eigenlijk? Een neutrale broek, met een neutraal shirt en een neutraal vest of jasje. Nette kleren, waarin M. toch zijn eigenheid bewaart. Wat een opdracht. Ik veracht mezelf. De les van conformisme.
De eerste, de beste zwarte broek. Veel te groot, want M. heeft geen heupen. Maar aangesnoerd met een riem, en de pijpen opgerold blijkt de broek wel wat te hebben. Dat vindt M. ook. Pfff! Broek gescoord.
Dat is in, zegt M. en hij wijst naar een truitje met een quasi-ballerig ruitje. Ja, aarzel ik. Ik snap wat hij bedoelt. Maar de familie draagt dit soort truien serieus en dit truitje is een knipoog. Dat is toch juist grappig? zegt hij. Nee!! Ik wil neutraal!! Geen knipoog-truien. Neutraal!!
Thuis gebeurt het. M. paradeert als een mannequin door de keuken. Af en toe een stukje Moonwalk. Zelfverzekerde stappen. Ik weet niet wat ik zie. Voor mijn ogen verandert M. van een jongen van veertien in een elegante jongeman. Zwarte broek, mooie trui, herenschoenen. Hij kon zo uit de wintercatalogus van de Bijenkorf gestapt zijn.
Kleren maken de man. Dat wist ik al. Maar dat conformisme loont?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten