donderdag 6 maart 2008

Mijn Strandhuis (1)

Mijn eerste bezoek

Vast van plan orde op zaken te stellen in mijn pas verworven strandhuis, liep ik langs de bulderende Noordzee. Het regende pijpenstelen, het water sloeg kou in mijn gezicht. Eindelijk ging ik mijn nieuwe huis bekijken, het huis waarvan ik eigenaar was geworden. Wat een geluksvogel was ik! Een huis aan het strand, met uitzicht op zee.

In de verte brandden lichtjes. Daar moest het zijn. Het huis zag er uit als een grote witte strandtent. Ik zag drie grote ramen met uitzicht op het strand en de zee. Ik rende er naar toe en drukte mijn neus op de natte ruit. Het zag er zeer uitnodigend uit. In alle jaargetijden, op alle tijdstippen van de dag moest deze kamer een fantastisch uitzicht geven. Ik begon te huppelen, iets was ik jaren niet had gedaan. Mijn huis!

De ingang moest ik zoeken, die lag aan de achterkant. Het huis lag raar dicht tegen het hoge duin. Ik moest me langs het hoge duin naar de deur wurmen. Die was niet op slot en toen was ik binnen. De gang. Eerste indruk: veel hout. Een houten vloer, houten wanden, houten plafond. Gezellig donkerbruin. Smaakvol. Een gewei aan de muur. Wat aquarellen. Ik hing mijn natte jack op de kapstok (het gewei) en ik deed mijn laarzen uit.

Rechts zag ik de keuken, die keurig netjes was opgeruimd, alsof hij weinig werd gebruikt. Als ik maar niet in de keuken terecht komt, dacht ik meteen. (Wat me verbaasde, want ik houd van koken.) Gadverdamme, de hele dag cateren en zorgen, wat wil je drinken, koffie met iets erbij, de schijf van vijf, gezond moet het zijn en lekker en ook nog bij de tijd, nee, die verantwoordelijkheid, daar had ik nu eens helemaal geen zin in. Ze krijgen me met nog geen tien paarden de keuken in. Ik voelde me goed bij dat stellige voornemen.

Op sokken, wat een raar huiselijk gevoel gaf, werd ik als vanzelf naar de grote voorkamer gevoerd. Eerst moest ik naar die kamer met die drie grote ramen en dat uitzicht op het strand en de zee. In de deuropening, er zat geen deur in, bedenk ik me nu, stond ik stil. Het uitzicht was adembenemend. Alle kleuren grijs, gierend zand, regen. Door het slechte weer, scheen de kamer extra veilig. Een enorme ronde kachel. Grote collectie kunstboeken. Bij het raam stonden een paar vazen met grote bossen gele narcissen. Ik voelde me er meteen thuis. Het leek op een atelier. Ik had zin om op het oude Perzische kleed te gaan liggen en naar buiten te staren. Maar ik volgde mijn impuls niet meteen. Gelukkig maar.

Wordt vervolgd

Geen opmerkingen: