zondag 2 maart 2008

Tiener


Tiener. Het woord doet een beetje ouderwets aan. Het is in onbruik geraakt. Ik weet niet waarom.

Tegenwoordig hebben we het liever over pubers. Puberbrein. Puberstreken. Puberteit. Het woord puber suggereert een probleem. Een puber is een lastpak. Iemand die de wetten van de school aanvecht. Iemand die aan de regels van zijn ouders tornt. Iemand die tegenwoordig zelfs staakt.

Maar wat is daar mis mee? Pubers zijn bezig zich te ontwikkelen tot volwassenen met een eigen individualiteit. Pech voor ons volwassenen, dat dat soms lastig is.

Tieners dus. Dat geeft alleen een leeftijdsaanduiding aan. Meer niet. Je hebt veertigers. Zestigers. Dertigers. En tieners.

Nou, ik kan het weten, want ik was een weekje wintersporten met man en drie tieners. Drie jongens: A. (17), M. (14) en W. (12). Lastig? Zeker. En hoekig. Humeurig. Slonzig. Onoplettend. Egocentrisch. Een regelrechte ramp.

Maar leu-eu-euk! Ik heb nog nooit zoveel vieze, discriminerende grappen gehoord als deze week. Echt grappen die niet kunnen. Bijvoorbeeld. Vraag: Weet jij een goede openingszin? Antwoord: Ik heb zin. En jij hebt een opening. En daar dan ontzettend hard om lachen met zijn 3-en. Ik zeg het je. Het kan echt niet.

(Waarbij het trouwens volkomen helder is dat de jongen van zeventien om iets anders lacht dan die van veertien, en waarbij de jongste eerder aarzelend meelacht. Drie soorten tienerlach, dus. Ja, het bestaat. En het is een voorrecht het mee te maken.)

Volgende keer meer. Eerst moest ik het woord tiener her-introduceren. Bij deze.

Geen opmerkingen: