maandag 14 juli 2008

Schrijfworkshop (6)



vervolg.

Daar gaat 'ie dan.

Versie 3. Over the Rainbow.

Mei was een warme maand, in 1993. Op zondagochtend 23 mei had ik een afspraak met de verloskundige. Ik had weeën, al een week. Nep-weeën, die zich manifesteerden in harde buiken, zoals dat in vakjargon heet. Ze putten me uit zonder dat ze ergens toe leidden. Zonde van mijn energie, vond de vroedvrouw. Ik kon mijn krachten beter sparen voor de bevalling zelf. Daarom spraken we af dat ik diezelfde dag nog om 19 uur naar het OLVG zou komen. De bevalling zou worden ingeleid.

Aan het eind van de middag hebben A. en ik er genoeg van. De hitte maakt het wachten extra zwaar. We gaan een eindje rijden. We parkeren op de lange dijk naar Marken. Dit is ons favoriete plekje: de eindeloze watervlakte van het Ijsselmeer. Witte zeiltjes in de verte. We nemen niet eens de moeite om uit te stappen. Een eeuwenoud echtpaar, zoals we daar in de auto zitten te zwijgen.

Morgen heb ik een kind, denk ik. Maar ik zeg het niet hardop. Waar moeten we over praten? Wat valt er te zeggen met een kind in het vooruitzicht? We zitten allebei in onze eigen wereld. A. op de bestuurdersplek. En ik in de stoel ernaast. Ik voel me eenzaam en mijlenver van hem verwijderd.

'Kijk, een regenboog', zegt A. en hij wijst. 'Alle kleuren van de regenboog pal boven het Ijsselmeer! Dat is vast een goed voorteken.'
Hij kijkt me vertederd aan. We lachen samen. Hij buigt zich naar me over en geeft me een zachte zoen. Voor ons dobbert een zwanenechtpaar op het glinsterende water.

'Het is tijd om naar het ziekenhuis te gaan', antwoord ik.
A. keert de auto.
We gaan naar het eind van de regenboog.
We gaan op weg naar ons kind.


En nu niet 'amen' of 'halleluja' toevoegen. Nee, niet doen!

Geen opmerkingen: