Met Thaise mannen had ik niks. Ze doen voornamelijk gewichtig - achter het stuur, het loket of de bali. Zoals zoveel mannen in zoveel culturen.
Een boute uitspraak, waarmee ik een aantal Thaise mannen te kort doe. Een daarvan ontmoette ik in de jungle, waar wij twee dagen doorheen trokken. We strompelden door de regen, reden op een olifant, overnachtten in een echt Thais jungledorpje. Dit alles onder de bezielende begeleiding van de gespierde, sprankelende Mr. Hot met zijn harde lach.
En Gabe.
De meeste mensen kijken je niet echt aan, zeker Thai niet. Maar Gabe wel. Hij viel beslist op door zijn mooie donkerbruine ogen die contact zochten. Direct, zonder bijbedoelingen. Van mens tot mens. Ik gaf hem een hand. Hij stelde zich voor. Gabe? Ja, als Gabriel.
Ik liep intussen te piekeren over de aanstaande olifantenrit. Hoe hoog is zo'n olifant eigenlijk? En hoe wiebelig? En hoe snel? Gabe luisterde rustig toen ik zorgelijk vroeg of ik de olifantentocht ook kon lopen, omdat ik misschien niet op zo'n beest durfde te zitten. Hij antwoordde even rustig: 'Ja, je kan het ook lopen. Maar waarom kijk je het niet even aan? Beslis pas als je de olifanten hebt gezien.'
Dat was een helder antwoord. Gabe was niet iemand die mij ging ondervragen over de achterliggende angsten. Niet iemand die mijn zorgen wegnam en mij ging overhalen om mijn hoogtevrees te overwinnen. Niet iemand die zei dat het wel meeviel en dat olifanten echt, hele, hele, hele lieve beesten waren. Nee, iemand die heel accuraat antwoord gaf op mijn vraag en alle interpretaties achterwege liet.
Het was een boeddhistisch antwoord. Schoon. To the point.
Gabe was nog maar twee weken monnik-af. Hij kwam oorspronkelijk uit een arme boerenfamilie in Laos. Het klooster was zijn enige kans om als jongen een opleiding te volgen. Nu had het klooster besloten dat hij zijn geld kon gaan verdienen als toeristenbegeleider in de jungle. Hij was in de leer bij Mr. Hot.
Hij had meditatieles gegeven aan de Buddhist University in Bangkok. Daar had hij veel Europeanen en Amerikanen ontmoet. Dit was een verhaal van hem.
"Op een dag kwamen er twee Amerikanen naar me toe die met me in discussie wilden. Boeddhisten zoeken de polariteit niet op, christenen wel. Ik ging niet in op hun argumenten. Later bekenden ze dat ze me wilden bekeren tot het christendom. Weet je wat ik antwoordde?"
Als een volleerd stand-up comedian liet Gabe een stilte vallen. Hij keek zijn publiek aan, zich bewust van de kracht van zijn donkerbruine ogen. Het had effect.
"Ik antwoordde: vannacht droomde ik dat ik binnenkort twee christenen zou bekeren tot het boeddhisme. En vandaag ontmoet ik jullie. Dat is ook toevallig. De twee Amerikanen wisten niet meer wat ze moesten zeggen. Ze stopten met bekeren."
Dat was Gabe.
Net zo klein en net zo groot als Boeddha zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten