
Op mijn bureau staat een recente foto. Een foto van mijzelf samen met A., mijn oudste zoon. We lezen dezelfde verjaardagskaart. We hebben dezelfde concentratie in onze ogen en dezelfde glimlach rond de mond. We lijken op elkaar, dat zie ik via deze foto.
Daaarnaast staat een oudere foto waar we ook beiden op staan. A. zit bij mij op schoot in een dekentje gewikkeld. Het is avond. Mijn linkerhand beschermt zijn ronde, kale hoofdje. We staren allebei een andere kant op. In eigen werelden, toch samen. Achterop: juli 1991.
Terwijl A. met volle teugen geniet van zijn eerste rijlessen, loop ik te wennen aan het besef dat ik een zoon van achttien heb. Alleen echt volwassen vrouwen hebben volwassen zonen. Maar ik?
Niks grappige tussentijd.
Keihard.
Tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten