donderdag 12 maart 2009

De overgave (citaat)

Ik weet nog steeds niet zeker wat dat met een mens doet, zoveel verlies. En als ik het niet weet, wie dan wel? Ik weet dat mensen denken dat het me harder heeft gemaakt, maar zo voelt dat helemaal niet. Als je mij bent en je kijkt van binnenuit is het precies andersom: elke nieuwe klap maakt mij weker, kwetsbaarder, en juist de wereld zo veel harder. Zwaarder vooral. Dingen die vroeger luchtig leken krijgen steeds meer gewicht. Je moet je rustig houden om ze nog te kunnen dragen. Misschien bedoelen ze dat. In het begin vervloek je alles en iedereen omdat het zo vreselijk onrechtvaardig is. Waarom jij? Waarom uitgerekend degenen van wie jij zo veel hield? Dat leer je af. Schreeuwen en ontkennen, om je heen slaan en tegen beter weten in proberen vast te houden vraag te veel energie. Er komt een punt waarop je die gewoon niet nog eens opbrengt. Wat je dan nog rest heb je nodig, alleen om door te kunnen zeulen met die hele last. En voor je het weet is blijven ademen belangrijker geworden dan luidkeels protesteren. Moeheid, daar lijkt het nog het meeste op, een intens verlangen om nu eens heel lang heel erg diep te mogen slapen. Wie weet oogt die murwheid als je haar van grote afstand ziet wel als gewenning.
(pag 217, de Overgave)

Geen opmerkingen: