Toen ik het eenmaal zag, liet het me niet meer los. Het werd een obsessie.
Tijdens het lezen van De overgave klapte ik na ieder hoofdstuk het boek even dicht. Ik moest en zou telkens de buitenkant van het boek bekijken. Daartoe moest ik het boek bijna gewelddadig openklappen met de tekst naar beneden. Want pas dan kon ik de voor -en achterkant naast elkaar leggen.
Rechts (op de voorkant) staat een vrouw afgebeeld met een baby aan haar borst. Zij kijkt scherp in de camera, in haar ogen schittert de ironie, om haar mond een licht spottende lach. En kijk! Kijk nou eens goed naar dae auteursfoto op de achterflap (links). Heeft Japin niet precies diezelfde twinkeling in zijn ogen? Lacht hij niet net zo mild spottend, als de vrouw op de voorkant van zijn boek?
Ze lijken wel familie van elkaar. Ben ik gek geworden? Leken ze altijd al op elkaar? Heeft Japin daarom deze vrouw tot onderwerp van zijn boek gekozen? Zich aangetrokken gevoeld tot deze geschiedenis? Wat is dit voor verbond?
Ik ben blij dat ik het boek uit heb. Het begon een beetje eng te worden.
http://www.arthurjapin.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten