Vandaag ontving ik een prachtig pakje van een glimlachende postbode. Wow, wat mooi, riep ik uit. Dat vond hij ook. Geelgroen papier, daaronder een laagje blauw papier, en toen weer hetzelfde geelgroen. Jeetje! Wat is het leuk om een met zorg ingepakt cadeautje weer uit te pakken. Het was gericht aan het Schrijfatelier (dat is mijn werkende ik) en ik had geen idee wat er in zat.
Ze zou al haar schrijfboeken weggooien, schreef ze op haar weblog. Nee! mailde ik haar. Of liever: Ja! Maar als je dat doet gooi ze dan richting Schrijfatelier met zijn schrijfbibliotheek. En dat gebeurde vandaag.
Aanvankelijk begreep ik haar aversie tegen schrijfboeken niet zo goed. Waarom ze eerst in huis halen en ze vervolgens weer weggooien? Ze probeerde het me uit te leggen, maar de metafoor begreep ik ook al niet zo goed. Zij werd ongeduldig, snapte ik dan helemaal niks?
Vandaag zag ik een parallel. Ik deed onlangs iets soortgelijks, toen ik al mijn in de loop der jaren verzamelde dieetboeken het huis uit flikkerde. In de goot met de Sonja Montignacs en hun verzinsels. Lezen over afslanken maakt je namelijk niet slank. Alleen maar ontevreden. Het is heel simpel: van veel fietsen en appels eten word je slank. Of minder dik. Misschien. Als het mee zit.
Van lezen over schrijven, ga je niet beter schrijven. Je wordt er alleen maar ontevreden van. Het is heel simpel: van veel formuleren, schrappen, opnieuw schrijven, overlezen, woorden zoeken - daar ga je beter van schrijven. Of minder slecht. Misschien. Als het mee zit.
(Met dank aan I. en haar schrijfboeken, die hier nu staan te glimmen in de kast. Dank.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten