O, help, het is echt een genootschap. Dacht ik er gisteren nog met een geintje onderuit te kunnen komen, vandaag viel deze email op mijn deurmat. Het begint op een oude-wijven-complot te lijken...
Women in their fifties and beyond are some of the most powerful women living on the planet today. Having been first-hand witnesses to, and benefactors of, the sweeping cultural changes brought forth by the feminist movement, elder women now have unprecedented access to freedom, wisdom, and resources that position them as key players in furthering the evolution of consciousness for the future.
Yet, despite the catalytic potential inherent in our elder generations of women, many of us still carry outmoded cultural misconceptions and baggage about what it means to be an aging woman in our society; which often causes us to shy away from bringing forth our greatest gifts to the world.
J. stresses the importance of older women trading in their outdated cultural beliefs about what it means to be an older woman, in order that we might fully step into our sacred calling to become Sages of conscious evolution. For her, a Sage is a stoic and wise elder woman who optimizes the gifts, experiences and wisdom she has amassed throughout her life as an offering of light and guidance for future generations.
Nieuwsbrief Feminine Power, womenontheedgeofevolution.com
vrijdag 11 juni 2010
donderdag 10 juni 2010
Geheim Genootschap
Iemand schrijft: Welkom bij de club van vitale, rijpe vrouwen!
Ik ontvang een kaartje: Gefeliciteerd, je bent de poort door.
Weer een ander emailt: Je hoort er nu bij, bij de wijze vrouwen.
Terwijl het volgens mij mijn levensopdracht is om me zo autonoom en onafhankelijk mogelijk te bewegen door alle aspecten van mijn leven (zonder asociaal te zijn, overigens) --- blijk ik opeens bij een Geheim Genootschap te horen. Help.
Godzijdank heb ik tot nu toe geen uitnodigingen ontvangen voor maandelijkse borrelavonden of wekelijkse vergaderingen. Ik ben op mijn hoede en wacht af.
Ik ontvang een kaartje: Gefeliciteerd, je bent de poort door.
Weer een ander emailt: Je hoort er nu bij, bij de wijze vrouwen.
Terwijl het volgens mij mijn levensopdracht is om me zo autonoom en onafhankelijk mogelijk te bewegen door alle aspecten van mijn leven (zonder asociaal te zijn, overigens) --- blijk ik opeens bij een Geheim Genootschap te horen. Help.
Godzijdank heb ik tot nu toe geen uitnodigingen ontvangen voor maandelijkse borrelavonden of wekelijkse vergaderingen. Ik ben op mijn hoede en wacht af.
woensdag 9 juni 2010
Vijftig
Het uitzicht vanaf de berg is magnifiek, welke kant ik ook op kijk.
Achter me ligt een bekend landschap, maar vanaf deze hoogte ziet dat er toch weer nieuw uit. Een verrassend perspectief.
Voor me ligt uitnodigend, maar onbekend terrein. Een veelbelovende vlakte! Veel minder dor dan ik had gevreesd.
Ik wacht nog even met afdalen. Ik zet mijn tentje op en verwonder me over het gloednieuwe uitzicht van vijftig.
Achter me ligt een bekend landschap, maar vanaf deze hoogte ziet dat er toch weer nieuw uit. Een verrassend perspectief.
Voor me ligt uitnodigend, maar onbekend terrein. Een veelbelovende vlakte! Veel minder dor dan ik had gevreesd.
Ik wacht nog even met afdalen. Ik zet mijn tentje op en verwonder me over het gloednieuwe uitzicht van vijftig.
dinsdag 8 juni 2010
maandag 10 mei 2010
De eerste mail (3)
Het zal wel komen, omdat ik binnenkort vijftig word. Maar nummer drie duikt op! Nu is mijn middelbare schooltijd aan de beurt. Het is R. Wij zaten zes jaar lang bij elkaar in de klas. Ook met R. heb ik niet eerder gemaild. R. was een knappe jongen met dik, zwart krullend haar en een zacht gezicht. Wij plaagden hem met zijn beginnende snorretje. Loeders. Volgens mij had hij zigeunerbloed.
R. (nu middelbare man, beetje gezet, grijs haar) schrijft: Ik vind het trouwens leuk om zo met je te mailen, bijzonder hoe we vrij door de ‘wat- doe -je- tegenwoordig-barriere’ heenraken.
Fijn dat hij zoiets benoemt. Ik schrijf hem hoe doodongelukkig ik was op de middelbare school. Hij vindt het jammer dat hij dat destijds niet gemerkt heeft. Dat doet me goed, zo'n aardige reactie. Ik neem het hem niet kwalijk. Ik liet ook niets merken. Ben je gek, ik keek wel uit.
Nog nooit heb ik zoveel de slappe lach gehad als in die tijd. Dat begon 's ochtends vroeg op de fiets. En aan het eind van de dag ging ik weer brullend naar huis. Ik was regelmatig moe. Uitgeput. Groeipijnen, zei de dokter. Lachen. Vriendinnen. Lachen. Jongens. Lachen. Leraren. Lachen.
Een opgewekte tijd, de middelbare school. Goh, nou. Wat ben ik liever? Vijftig of vijftien?
R. (nu middelbare man, beetje gezet, grijs haar) schrijft: Ik vind het trouwens leuk om zo met je te mailen, bijzonder hoe we vrij door de ‘wat- doe -je- tegenwoordig-barriere’ heenraken.
Fijn dat hij zoiets benoemt. Ik schrijf hem hoe doodongelukkig ik was op de middelbare school. Hij vindt het jammer dat hij dat destijds niet gemerkt heeft. Dat doet me goed, zo'n aardige reactie. Ik neem het hem niet kwalijk. Ik liet ook niets merken. Ben je gek, ik keek wel uit.
Nog nooit heb ik zoveel de slappe lach gehad als in die tijd. Dat begon 's ochtends vroeg op de fiets. En aan het eind van de dag ging ik weer brullend naar huis. Ik was regelmatig moe. Uitgeput. Groeipijnen, zei de dokter. Lachen. Vriendinnen. Lachen. Jongens. Lachen. Leraren. Lachen.
Een opgewekte tijd, de middelbare school. Goh, nou. Wat ben ik liever? Vijftig of vijftien?
donderdag 29 april 2010
De eerste mail (2)
En toen kreeg ik 'out of the blue' een mailtje van Jana. Ook zo iemand met wie ik nooit eerder mailde.
(O, wat hou ik toch van internet, dat spinneweb waardoor we nooit meer iemand hoeven kwijt te raken.)
Ik kende Jana in New York. Zij was actrice en had een monoloog geschreven. En ik regisseerde haar. Het was in de tijd dat we nog jong en veelbelovend waren. Als je ergens jong en veelbelovend kunt zijn, dan is het wel in New York. En dat waren we dus.
Nu woont Jana in Sacramento met een peutertje van drie. En ik in Amsterdam. We hebben elkaar, even rekenen, zo'n negentien jaar geleden voor het laatst gezien. Ik weet nu niet wat ik moet schrijven aan haar. Hoe haal je negentien jaar in? Waar te beginnen?
Dus schrijft zij over dat peutertje van haar en ik over mijn bijna-volwassen zonen. Typisch voor moeders. Bij gebrek aan onderlinge gespreksstof, beginnen ze altijd over hun kinderen. Hun veelbelovende kroost.
(O, wat hou ik toch van internet, dat spinneweb waardoor we nooit meer iemand hoeven kwijt te raken.)
Ik kende Jana in New York. Zij was actrice en had een monoloog geschreven. En ik regisseerde haar. Het was in de tijd dat we nog jong en veelbelovend waren. Als je ergens jong en veelbelovend kunt zijn, dan is het wel in New York. En dat waren we dus.
Nu woont Jana in Sacramento met een peutertje van drie. En ik in Amsterdam. We hebben elkaar, even rekenen, zo'n negentien jaar geleden voor het laatst gezien. Ik weet nu niet wat ik moet schrijven aan haar. Hoe haal je negentien jaar in? Waar te beginnen?
Dus schrijft zij over dat peutertje van haar en ik over mijn bijna-volwassen zonen. Typisch voor moeders. Bij gebrek aan onderlinge gespreksstof, beginnen ze altijd over hun kinderen. Hun veelbelovende kroost.
donderdag 22 april 2010
De eerste mail (1)
Vandaag mailde ik met iemand die ik 29 jaar geleden ontmoette.
(Nou ja, iemand? Ja. Iemand. Het was een hij.
Hij en ik hadden iets met elkaar. Iets? Ja, best wel iets.)
Vandaag mailden we elkaar voor het eerst in ons leven.
We hadden zeker twintig jaar geen contact gehad. Toen bestond er nog geen mail.
Hoe deden we dat? We belden of schreven elkaar brieven. Lange lappen tekst. Kleine berichtjes.
Nu schrijft hij: Dus jij hebt een betekenisvol leven achter de rug.
Beng. Ja. Dat kwam aan.
Vooral door dat 'achter de rug'.
En ook door dat 'betekenisvol'.
Door die hele zin dus.
En dat die zin nou juist van hem kwam.
En dat na zoveel jaar.
Weet ik veel, de zin echoot na.
Na.
Na. Na.
Na.
Na.
(Nou ja, iemand? Ja. Iemand. Het was een hij.
Hij en ik hadden iets met elkaar. Iets? Ja, best wel iets.)
Vandaag mailden we elkaar voor het eerst in ons leven.
We hadden zeker twintig jaar geen contact gehad. Toen bestond er nog geen mail.
Hoe deden we dat? We belden of schreven elkaar brieven. Lange lappen tekst. Kleine berichtjes.
Nu schrijft hij: Dus jij hebt een betekenisvol leven achter de rug.
Beng. Ja. Dat kwam aan.
Vooral door dat 'achter de rug'.
En ook door dat 'betekenisvol'.
Door die hele zin dus.
En dat die zin nou juist van hem kwam.
En dat na zoveel jaar.
Weet ik veel, de zin echoot na.
Na.
Na. Na.
Na.
Na.
dinsdag 20 april 2010
Chaos
Biodanzales. Thema: de essentie van mens-zijn. Taal. De kunst van het creëren. Chaos en creatie. Dat chaos nodig is om tot iets nieuws te komen. Het is waar. Het is walgelijk, onverdraaglijk waar.
Want hoe lang durven we op brokstukken te zitten, temidden van geklieder of rafelige eindjes? Chaos is op zijn zachtst gezegd onprettig. Het is plakkerig. Onoverzichtelijk. En viezig. Modder tussen je tenen. Zweet. Het stinkt. Het is ondoorzichtig. Je weet niet waar het toe leidt. Het is vaag. Niet te doen.
Schrijven: de zinnen laten spreken, gewoon maar woord voor woord laten komen, en dan aan het eind van de dag de opwelling bedwingen om de boel op te ruimen. Aan te harken. Of uit te leggen - dat is ook een vorm van opruimen.
Dus, mijn opdracht is om vage rommel te durven schrijven, dat te laten staan en het niet te kunnen verantwoorden. Later teruglezen en kijken wat het is. Alsnog weggooien. Er iets uitvissen. Of er iets anders van maken.
En zo voort. En zo voort. Het is niet vrijblijvend, chaos. En er is moed voor nodig. En zo voort. En zo voort. Jezelf een schouderklopje geven, helpt. En zo voort. En zo voort. Erover schrijven ook.
Want hoe lang durven we op brokstukken te zitten, temidden van geklieder of rafelige eindjes? Chaos is op zijn zachtst gezegd onprettig. Het is plakkerig. Onoverzichtelijk. En viezig. Modder tussen je tenen. Zweet. Het stinkt. Het is ondoorzichtig. Je weet niet waar het toe leidt. Het is vaag. Niet te doen.
Schrijven: de zinnen laten spreken, gewoon maar woord voor woord laten komen, en dan aan het eind van de dag de opwelling bedwingen om de boel op te ruimen. Aan te harken. Of uit te leggen - dat is ook een vorm van opruimen.
Dus, mijn opdracht is om vage rommel te durven schrijven, dat te laten staan en het niet te kunnen verantwoorden. Later teruglezen en kijken wat het is. Alsnog weggooien. Er iets uitvissen. Of er iets anders van maken.
En zo voort. En zo voort. Het is niet vrijblijvend, chaos. En er is moed voor nodig. En zo voort. En zo voort. Jezelf een schouderklopje geven, helpt. En zo voort. En zo voort. Erover schrijven ook.
woensdag 14 april 2010
April doet wat hij wil
Het wil maar geen april worden. Op dit blog, dan he.
Ik word binnenkort vijftig. Is het over met de Tussentijd?
Ik word binnenkort vijftig. Is het over met de Tussentijd?
woensdag 31 maart 2010
Jutten in Amsterdam
Op vrijdag 2 april is het zover, dan arriveren zestien mensen op het eiland Terschelling voor de workshop Woorden Jutten aan Zee. Dat is goed nieuws, want die workshop geef ik met mijn Schrijfatelier.
Vandaag voorbereiden, dus. Een dagje denken, draaien en zoeken. En nu?
Nu is het 17 uur en staat er een koffertje klaar. Een raar koffertje, tot de nok gevuld met vakkennis, vertrouwen en intuïtie. Dat klinkt abstracter dan het is.
Een map die uitpuilt met gedichten, brieven en columns. Omdat er zoveel goeie schrijvers zijn, aan wie we ons kunnen spiegelen. De Matheaus Passion in vertaling van Jan Rot. Het verhaal De Brieven van Kader Abdolah. Plastic eieren om schrijfopdrachten in te verstoppen. Kerstlichtjes en een kleed met grasmotief, omdat dat zo lente-achtig oogt. Kleurpotloden. Pennen. Plakband. Een dierensprookje van Toon Tellegen natuurlijk. Gelukkig vind ik op de valreep de cd van Spinvis. Het nummer: Voor ik Vergeet.
Voor ik vergeet. Zeg dat wel.
Een dagje jutten in Amsterdam.
Morgen richting Terschelling. Zin.
Vandaag voorbereiden, dus. Een dagje denken, draaien en zoeken. En nu?
Nu is het 17 uur en staat er een koffertje klaar. Een raar koffertje, tot de nok gevuld met vakkennis, vertrouwen en intuïtie. Dat klinkt abstracter dan het is.
Een map die uitpuilt met gedichten, brieven en columns. Omdat er zoveel goeie schrijvers zijn, aan wie we ons kunnen spiegelen. De Matheaus Passion in vertaling van Jan Rot. Het verhaal De Brieven van Kader Abdolah. Plastic eieren om schrijfopdrachten in te verstoppen. Kerstlichtjes en een kleed met grasmotief, omdat dat zo lente-achtig oogt. Kleurpotloden. Pennen. Plakband. Een dierensprookje van Toon Tellegen natuurlijk. Gelukkig vind ik op de valreep de cd van Spinvis. Het nummer: Voor ik Vergeet.
Voor ik vergeet. Zeg dat wel.
Een dagje jutten in Amsterdam.
Morgen richting Terschelling. Zin.
vrijdag 26 maart 2010
Jij en ik
'Jij beschermt mij. Je leest samen met mij in mijn reddende boeken. Je wijst me woorden aan. Je drukt op de lantaarnknopjes tussen mijn ogen en mijn hersencellen, ik zie filmpjes die jij hebt gefilmd. Jij fluistert er een ondertiteling bij.
(....)
En ook als ik schrijf zit jij bij het doorgeefluik.
Je gooit met vreemde woorden die je voor de gelegenheid aan elkaar hebt geplakt.
Je trekt personages tevoorschijn en roept:' Edward, Edward, deze dan? Of deze? Ze zijn allemaal lief!'
(....)
'Jij houdt mijn hand vast en je laat de hele wereld denken dat het andersom is. Dat ik de jouwe vasthoud. 'Geeft toch niet,' zeg je.
'Geeft wel', zeg ik, 'het jongetje redt de meneer.' 'Haha,' zeg jij, en ik zeg:
'Beloof het dan. Beloof het me dan. Dat je nooit meer, nooit meer loslaat.'
En jij fluistert: 'Wat klinkt dat nou weer serieus ineens.'
Maar je hand knijpt hard in die van mij.'
Jij en ik door Edward van de Vendel
(uit Titaantjes waren we - Schrijvers schrijven zichzelf ter gelegenheid van de 75ste boekenweek)
(....)
En ook als ik schrijf zit jij bij het doorgeefluik.
Je gooit met vreemde woorden die je voor de gelegenheid aan elkaar hebt geplakt.
Je trekt personages tevoorschijn en roept:' Edward, Edward, deze dan? Of deze? Ze zijn allemaal lief!'
(....)
'Jij houdt mijn hand vast en je laat de hele wereld denken dat het andersom is. Dat ik de jouwe vasthoud. 'Geeft toch niet,' zeg je.
'Geeft wel', zeg ik, 'het jongetje redt de meneer.' 'Haha,' zeg jij, en ik zeg:
'Beloof het dan. Beloof het me dan. Dat je nooit meer, nooit meer loslaat.'
En jij fluistert: 'Wat klinkt dat nou weer serieus ineens.'
Maar je hand knijpt hard in die van mij.'
Jij en ik door Edward van de Vendel
(uit Titaantjes waren we - Schrijvers schrijven zichzelf ter gelegenheid van de 75ste boekenweek)
donderdag 25 maart 2010
Komrij
'Voor jou, mijn jongen van twaalf, was literatuur nog een ideaal. Boeken konden je meer vertellen dan mensen, teksten waren je vrienden. Je kon al lezend de gekste vrienden verzamelen. De literatuur was een snoepwinkel, een hemelse vitrinekast.
(.....)
Vaarwel, mijn bleke jongen. Als je dan toch een goede raad van me wilt, dan wil ik je die van harte geven. Begin een brillenwinkel.'
Brief aan mezelf, toen ik jong en groen was door Gerrit Komrij
(uit Titaantjes waren we - Schrijvers schrijven zichzelf ter gelegenheid van de 75ste boekenweek)
(.....)
Vaarwel, mijn bleke jongen. Als je dan toch een goede raad van me wilt, dan wil ik je die van harte geven. Begin een brillenwinkel.'
Brief aan mezelf, toen ik jong en groen was door Gerrit Komrij
(uit Titaantjes waren we - Schrijvers schrijven zichzelf ter gelegenheid van de 75ste boekenweek)
zondag 14 maart 2010
Lente
Zoon (19) zegt stralend: 'Ik kan echt voelen dat de lente is begonnen. Jij?'
Ik schiet in de lach om zoveel optimistische onwaarheid, want ik heb net de hond uitgelaten en kom thuis met een bevroren neus en natte slierten haar. Hallo, dat is toch geen lente? Ik veeg mijn bril schoon en kijk nog eens goed naar hem.
'Volgens mij ben je verliefd, of niet?'
'Ja', geeft hij stomverbaasd toe. 'Hoe weet jij dat nou weer?'
Ik schiet in de lach om zoveel optimistische onwaarheid, want ik heb net de hond uitgelaten en kom thuis met een bevroren neus en natte slierten haar. Hallo, dat is toch geen lente? Ik veeg mijn bril schoon en kijk nog eens goed naar hem.
'Volgens mij ben je verliefd, of niet?'
'Ja', geeft hij stomverbaasd toe. 'Hoe weet jij dat nou weer?'
vrijdag 5 maart 2010
Het Geluk van de Eenzaamheid (3)
'Een origineel kunstwerk kan alleen origineel zijn wanneer het zich verhoudt tot een traditie. Zoals het buitenbeentje een familie nodig heeft waarvan het afwijkt, heeft een uitzonderlijk kunstwerk de geschiedenis nodig waarop het een uitzondering vormt. Naar mijn idee is de schrijver, vanaf het moment waarop de moderne roman ontstond, een onderzoeker van de scheppende en verwoestende invloed van bestaande ficties op de persoonlijke werkelijkheid. De ziel is een fabricage van traditie en oorspronkelijkheid.'
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid (pag. 19)
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid (pag. 19)
woensdag 3 maart 2010
Het Geluk van de Eenzaamheid (2)
'Dat is de paradox van stijl. Het hoogstpersoonlijke kan zich alleen manifesteren door gebruik te maken van confectie, van beschikbare middelen die iedereen gebruikt en die dus onpersoonlijk zijn. De taal is zo'n middel. De taal is van iedereen, ze is doortrokken van traditie, geschiedenis en alledaagsheid. Het is dan ook de kunst erin te klinken als geen ander voor jou klonk.'
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid (pag.61)
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid (pag.61)
maandag 1 maart 2010
Het Geluk van de Eenzaamheid (1)
'Wat een auteur uniek en bijzonder maakt is dat wat het meest aan zijn eigen macht en inzicht ontglipt, en dat is zijn stijl. (...) Stijl is het summum van wie je bent, het karakteristieke van je persoonlijkheid, het markante van je handschrift, het is je zichtbaar geworden ziel.'
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid, pag. 59/60
Connie Palmen, Het geluk van de eenzaamheid, pag. 59/60
woensdag 10 februari 2010
If on a Winter's Night...
Ik ben blij dat het weer opnieuw vriest en sneeuwt. Het past beter bij de cd van Sting die ik onlangs aanschafte: If On a Winter's Night..
Als ik in vorige levens geloof - en waarom niet - dan was ik ooit een vrouw op het Engelse platteland in een afgelegen cottage, vol boeken, waar de vogels dwars doorheen vliegen, zonder mensen, zonder vrienden. Een zelfverkozen vrijheid.
Door de liedjes van Sting weet ik dat dan opeens zeker.
En door de kou van vandaag kan ik er weer beter van genieten.
Dus ja, van mij mag het nog wel even doorwinteren.
Als ik in vorige levens geloof - en waarom niet - dan was ik ooit een vrouw op het Engelse platteland in een afgelegen cottage, vol boeken, waar de vogels dwars doorheen vliegen, zonder mensen, zonder vrienden. Een zelfverkozen vrijheid.
Door de liedjes van Sting weet ik dat dan opeens zeker.
En door de kou van vandaag kan ik er weer beter van genieten.
Dus ja, van mij mag het nog wel even doorwinteren.
woensdag 3 februari 2010
dinsdag 2 februari 2010
Eb
Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?
Uit: Vergezichten en gezichten van Vasalis
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?
Uit: Vergezichten en gezichten van Vasalis
Abonneren op:
Posts (Atom)